Het kan nodig zijn om het flesje te gebruiken als u de borst niet kunt of wilt geven.
Flesjes, potjes en allerhande gerei
- Volg het advies van de fabrikant om het flesje te vullen met melkpoeder of met moedermelk. Let op de uiterste gebruiksdata voor het melkpoeder.
- Reinig en steriliseer altijd alle bijbehoren voor de voeding (flesjes, fopspenen, borstpomp) en de rammelaars.
- Reinig de flesjes met warm water en zeep met behulp van een borstel voordat u ze steriliseert.
- Het melkpoeder moet worden klaargemaakt net voordat u het aan uw baby geeft. Kook schoon kraanwater en laat het daarna gedurende minstens 30 minuten afkoelen voordat u de melk klaarmaakt.
- Gooi de overgebleven melk (moedermelk of flesvoeding) weg nadat u uw baby te eten heeft gegeven. Zet die niet terug in de koelkast.
- De afgekolfde moedermelk en de klaargemaakte flesvoeding kunnen 24 uur lang in de koelkast worden bewaard in gesteriliseerde flesjes. Na deze periode moet u ze weggooien.
- Als uw baby uit potjes begint te eten, geef hem dan niet rechtstreeks te eten uit het potje als u dit weer terugzet in de koelkast. Het speeksel dat op de lepel is achtergebleven, kan de resterende voeding in de pot namelijk besmetten.
- Let erop dat de knop van het veiligheidsdeksel naar beneden staat. Als het deksel van het potje niet 'springt' als u het opent, gebruik het product dan niet.
- Gooi potjes met stukken eruit of waarvan het deksel verroest is in de vuilnisbak.
- Was de mixers en het gerei (waaronder de blikopener) die in contact komen met de voeding van uw baby met water en met een afwasmiddel. Spoel ze daarna grondig af.
- Blijf de flesjes gedurende minstens één jaar steriliseren. Baby's zijn vatbaar voor de ziektekiemen van een maag-darmontsteking, die zich heel snel in de melk kunnen ontwikkelen. Flesjes en fopspenen hebben hoekjes en gaatjes waar de melk zich kan ophopen. Sterilisatie is de enige manier waarop u zeker bent dat het flesje niet besmet is.